Art. 5. L'autorité fédérale et la Région de Bruxelles-Capitale prévoient dans leur statut respectif que l'agent professionnel d'un service incendie transféré par mobilité dans un grade supérieur entre le SIAMU et une zone de secours est soumis au statut administratif et pécuniaire applicable au service vers lequel il est transféré, conserve son ancienneté administrative et son ancienneté pécuniaire et est en droit de faire valoir celles-ci, y compris lorsqu'un régime de promotions contingentées est prévu conformément à l'article 12, § 2, dans le service incendie dans lequel il est transféré.
Art. 5. De federale overheid en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voorzien in hun respectievelijk statuut dat de professionele ambtenaar van een brandweerdienst die overgeplaatst wordt via mobiliteit in een hogere graad tussen de DBDMH en een hulpverleningszone, onderworpen is aan het administratief en geldelijk statuut van de dienst waarnaar hij overgeplaatst wordt, zijn administratieve en geldelijke anciënniteit behoudt en deze kan doen gelden, ook wanneer een stelsel van gecontingenteerde bevorderingen is voorzien zoals bepaald in artikel 12, § 2, in de brandweerdienst waarnaar hij overgeplaatst wordt.