La transmission et la réception d’unités de données entre systèmes au sol et à bord de l’aéronef hébergeant les applications air-sol définies dans les normes de l’OACI spécifiées à l’annexe III, points 2 et 3, doivent reposer sur des protocoles de communication conformes aux normes de l’OACI définissant le réseau de télécommunications aéronautiques visé à l’annexe III, point 4.
De verzending en ontvangst van data-eenheden tussen de systemen op de grond en aan boord van luchtvaartuigen die de lucht-grondtoepassingen omvatten welke zijn gedefinieerd in de in bijlage III, punten 2 en 3, genoemde ICAO-normen, moeten gebaseerd zijn op communicatieprotocollen die voldoen aan de ICAO-normen waarin het in bijlage III, punt 4, bedoelde netwerk voor luchtvaartcommunicatie is gedefinieerd.