La convention prévoit ensuite un ensemble de dispositions destinées à faliciter la coopération judiciaire internationale (chapitre III), en ce qui concerne le dépistage (section 2) « entraide aux fins d'investigation »), la saisie (section 3 « mesures provisoires ») et la confiscation des produits (section 4).
De Overeenkomst voorziet vervolgens in een geheel van bepalingen bestemd om de internationale samenwerking op juridisch vlak (hoofdstuk III) te vergemakkelijken, zulks met betrekking tot het opsporen (afdeling 2 « rechtshulp ten behoeve van onderzoeken »), de inbeslagneming (afdeling 3 « voorlopige maatregelen) en de verbeurdverklaring van opbrengsten van misdrijven (afdeling 4).