5. Aux fins de la prime aux protéagineux prévue au titre IV, chapitre 2, du règlement (CE) no 1782/2003 et du paiement à la surface pour les grandes cultures prévu au titre IV, chapitre 10, dudit règlement, on entend par «lupins doux», les variétés de lupin qui produisent des semences ne contenant pas plus de 5 % de grains amers.
5. Voor de premie voor eiwithoudende gewassen zoals bedoeld in titel IV, hoofdstuk 2, van Verordening (EG) nr. 1782/2003 en voor de areaalbetalingen voor akkerbouwgewassen zoals bedoeld in titel IV, hoofdstuk 10, van die verordening wordt onder „niet-bittere lupinen” verstaan die lupinerassen die zaad opleveren dat niet meer dan 5 % bittere zaden bevat.