21. considère que la politique en matière de sécurité routière doit s'insérer dans le contexte général de la politique de mobilité durable, ce qui suppose une utilisation plus intégrée de l'ensemble des modes de transport, des mesures visant à promouvoir ceux qui sont les plus respectueux de l'environnement, tels que
les transports par voie ferrée et par voie navigable intérieure, le transport maritime à courte distance ou le transport multimodal, ainsi qu'une promotion des transports publics de personnes, et ce afin de réduire les effets néfastes dus à la motorisation; est d'avis qu'il est également indispensable de prendre en compte l
...[+++]es aspects environnementaux dans le débat sur la politique de sécurité routière dans l'Union européenne, en évaluant les effets des pollutions acoustique et atmosphérique provoquées par la circulation routière sur la santé publique et sur l'environnement urbain, et en adaptant la politique de sécurité routière à ces conclusions; 21. is van mening dat het verkeersveiligheidsbeleid gezien moet worden in het kader van het algemene beleid inzake duurzame mobiliteit, dat een beter geïntegree
rd gebruik van alle vormen van vervoer omvat, evenals de bevordering van milieuvriendelijker vormen van verkeer, zoals verkeer per spoor, over de binnenwateren en korte zeetrajecten en het gecombineerd vervoer, en de bevordering van het openbare personenvervoer, teneinde de nadelige gevolgen van het gemotoriseerde verkeer binnen de perken te houden; acht het noodzakelijk dat in het EU-beleid inzake verkeersveiligheid ook milieuaspecten worden opgenomen, waarbij de gezondheidsgevo
...[+++]lgen en het effect op het stedelijke milieu van de geluids- en luchtverontreiniging worden geëvalueerd, en dat het verkeersveiligheidsbeleid wordt aangepast in het licht van de resultaten daarvan;