Il pouvait accepter des abattements de majorations et d'intérêts prévus par le plan de redressement, parce qu'il considérait que la solution concordataire était basée sur des considérations d'intérêt économique national ou régional justifiant une exonération totale des majorations et d'un quart des intérêts au sens de l'article 55, §3, 2º de l'arrêté royal du 28 novembre 1969.
Hij kon de verminderingen op de verhogingen en intresten, opgenomen in het herstelplan, aanvaarden, omdat hij van oordeel was dat de oplossing van een gerechtelijk akkoord steunde op overwegingen van nationaal of regionaal economisch belang die een volledige vrijstelling verantwoordden van de verhogingen en van een vierde van de intresten in de zin van artikel 55, §3, 2º van het koninklijk besluit van 28 november 1969.