Cette question a déjà été abordée lors de la discussion du projet à la commission de la Justice de la Chambre, à l'occasion d'un amendement déposé par Mme de T'Serclaes qui proposait de compléter l'article 26 de la loi du 17 avril 1878 contenant le titre préliminaire du Code d'instruction criminelle, par une disposition prévoyant que les fautes pénale et civile sont dissociées (voir amendement nº 3, do c. Chambre, 1996-1997, nº 1087/3 et le rapport de M. Barzin, doc. Chambre, 1996-1997, nº 1087/7, pp. 12-14).
Dit vraagstuk werd reeds behandeld tijdens de bespreking van het ontwerp in de commissie voor de Justitie van de Kamer, naar aanleiding van het amendement van mevrouw de T'Serclaes die voorstelde artikel 26 van de wet van 17 april 1878 houdende de voorafgaande titel van het Wetboek van Strafvordering aan te vullen met een bepaling die ertoe strekt de strafrechtelijke en de burgerlijke fout van elkaar te scheiden (zie amendement nr. 3, Stuk Kamer, 1996-1997, nr. 1087/3 en het verslag van de heer Barzin, Stuk Kamer, 1996-1997, nr. 1087/7, blz. 12-14).