4. souligne que le budget 2011 est le quatrième budget sur les sept qui composent le CFP actuel, et souligne que le point 37 de l'AII sur l'utilisation de la marge de flexibilité législative de 5 % est à présent absolument logique, puisque les deux branches de l'autorité budgétaire ont une vision plus claire des lacunes et des avancées positives dans le cadre des programmes existants; rappelle qu’indépendamment des dispositions de l'AII, la mise en œuvre effective et utile du budget de l'Union européenne est conditionnée par un niveau de flexibilité approprié;
4. wijst erop dat de begroting voor 2011 de vierde van zeven begrotingen in het kader van het huidige MFK is, en benadrukt dat punt 37 van het IIA over het gebruik van de 5% marge van de wetgevingsflexibiliteit nu uiterst zinvol is aangezien de twee takken van de begrotingsautoriteit een duidelijker beeld hebben van de tekortkomingen van de bestaande programma's, en van de positieve ontwikkelingen ervan; herinnert eraan dat de EU-begroting, ongeacht de bepalingen van het IIA, alleen door te zorgen voor een zekere mate van flexibiliteit op een doelmatige en zinvolle wijze kan worden uitgevoerd;