M. Vandeneede répond que le Président se réservait le droit de transmettre personnellement au ministre des lettres qui lui étaient adressées personnellement lorsqu'il s'agissait de petites infractions (par exemple un emploi abusif des voitures de service) et qu'il pensait que l'administration pouvait les examiner elle-même.
De heer Vandeneede antwoordt dat de voorzitter zich het recht voorbehield om brieven op zijn persoonlijke naam persoonlijk aan de minister over te zenden wanneer het kleine misdrijven betrof (bijvoorbeeld misbruik maken van de dienstwagen), waarvan hij meende dat de administratie die zelf kon onderzoeken.