Tout d'abord, le Conseil d'État, dans tous ses avis sur ces législations de coopération, et particulièrement lors du premier projet qui a donné lieu à la loi du 29 mars 2004, a indiqué clairement qu'il ne pouvait accepter qu'une législation générale puisse couvrir des tribunaux qui ne seraient pas explicitement visés dans la législation.
Ten eerste heeft de Raad van State, in al zijn adviezen betreffende deze samenwerkingswetgeving, en in het bijzonder over het eerste ontwerp dat geleid heeft tot de wet van 29 maart 2004, duidelijk gesteld dat hij niet kon aanvaarden dat een algemene wetgeving van toepassing zou kunnen zijn op rechtbanken die niet uitdrukkelijk in de wet vermeld staan.