6. Le travailleur salarié d'une entreprise de transport ayant son siège sur le territoire de l'un des États contractants, qui est détaché sur le territoire de l'autre État contractant, ou y est occupé soit passagèrement, soit comme personnel itinérant, est, ainsi que les membres de sa famille qui l'accompagnent, soumis à la législation de l'État contractant sur le territoire duquel l'entreprise a son siège.
6. De werknemer van een vervoeronderneming met zetel op het grondgebied van een van de overeenkomstsluitende Staten, die naar het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat gedetacheerd wordt of er in tijdelijk dan wel ambulant verband werkzaam is, valt, samen met de hem vergezellende gezinsleden, onder de toepassing van de wetgeving van de overeenkomstsluitende Staat op het grondgebied waarvan de onderneming haar zetel heeft.