3. souligne une fois de plus que la situation qui règne en Russie reste matière à préoccupation en ce qui concerne les droits de l'homme, la démocratie, la liberté d'expression, la situation des minorités ethniques, l'indépendance des ONG et les droits de la société civile et des personnes; regrette par conséquent que le dialogue UE-Russie relatif aux droits de l'homme n'ait accompli aucun progrès dans ces domaines et invite le gouvernement russe à contribuer à l'intensification de ce dialogue, élément essentiel du partenariat UE-Russie;
3. benadrukt nogmaals dat de huidige situatie in Rusland aanleiding blijft geven tot ernstige bezorgdheid met betrekking tot de eerbiediging van de mensenrechten, democratie, vrijheid van meningsuiting, de situatie van etnische minderheden, de onafhankelijkheid van NGO's en de rechten van het maatschappelijke organisaties en individuele personen; betreurt dan ook dat de mensenrechtendialoog tussen de EU en Rusland geen vooruitgang op dit gebied heeft opgeleverd en roept de Russische regering op bij te dragen tot het intensiveren van dit overleg, als essentieel onderdeel van het partnerschap tussen de EU en Rusland;