Deze overeenkomsten die het midden houden tussen de voornoemde overeenkomsten, werden om tweeërlei redenen in het leven geroepen : enerzijds, werd er van uitgegaan dat de zogenaamde samenwerkingsovereenkomsten « van de eerste generatie » grotendeels ontoereikend zijn, rekening houdend met het groot aantal her
vormingen dat in de nieuwe onafhankelijke Staten die uit de voorrmalige Sovjet-Unie zijn ontstaan, moet worden doorgevoerd. Anderzijds, staat de politieke en economische ontwikkeling van deze landen nog niet ver genoeg om in aanmerking te komen voor het sluiten van Europese associatieovereenkomsten. Een van de belangrijkste kenmerken
...[+++] van deze overeenkomsten is dat ze in de mogelijkheid voorzien de partner na verloop van tijd tot de Europese Unie te laten toetreden.