Art. 38. Société civile 1. Les parties reconnaissent le rôle et la contribution potentielle d'une société civile organisée, en particulier des milieux universitaires, au processus de dialogue et de coopération prévu dans le cadre du présent accord et acceptent de promouvoir un dialogue efficace avec cette même société civile organisée, ainsi que sa participation efficace.
Art. 38. Burgermaatschappij 1. De partijen erkennen de rol en de potentiële bijdrage van een georganiseerde burgermaatschappij, in het bijzonder in de universitaire middens, van een proces van dialoog en samenwerking voorzien in het kader van huidig akkoord en verbinden zich ertoe de dialoog met deze georganiseerde burgermaatschappij en haar efficiënte participatie te bevorderen.