Par ces motifs, la Cour dit pour droit : - L'article 56, alinéa 2, de la loi du 31 janvier 2009 relative à la continuité des entreprises, tel qu'il a été modifié par l'article 30 de la loi du 27 mai 2013 « modifiant diverses législations en matière de continuité des entreprises », viole les articles 10 et 11 de la Constitution en ce qu'il n'impose pas que la partie qui interjette appel d'un jugement homologuant un plan de réorganisation judiciaire par accord collectif mette à la cause toutes les parties étant intervenues devant le tribunal de commerce.
Om die redenen, het Hof zegt voor recht : - Artikel 56, tweede lid, van de wet van 31 januari 2009 betreffende de continuïteit van de ondernemingen, zoals gewijzigd bij artikel 30 van de wet van 27 mei 2013 « tot wijziging van verschillende wetgevingen inzake de continuïteit van de ondernemingen », schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre het niet bepaalt dat de partij die hoger beroep instelt tegen een vonnis dat een plan van gerechtelijke reorganisatie door een collectief akkoord homologeert, alle partijen die voor de rechtbank van koophandel zijn tussengekomen, in de zaak moet betrekken.