Ces paiements, qui sont imposés par la Russie dans les accords bilatéraux avec les États membres dans le cadre d'accords commerciaux obligatoires entre les compagnies aériennes de l'UE et Aeroflot, constituent une charge inacceptable pour le transit, vont à l'encontre de la pratique universelle et sont jugés incompatibles avec le droit international, notamment l'article 15 de la convention de Chicago de 1944.
Deze vergoedingen, die door Rusland op basis van de bilaterale overeenkomsten met lidstaten via verplichte commerciële overeenkomsten tussen EU-luchtvaartmaatschappijen en Aeroflot worden afgedwongen, moeten worden beschouwd als onaanvaardbare transitheffingen, als strijdig met de gangbare praktijk en als onverenigbaar met het internationale recht, onder meer artikel 15 van het Verdrag van Chicago van 1994.