8. Les Parties Contractantes s'engagent à ce que l'assistance soit accordée, dans le respect du droit national et dans les limites des compétences des autorités compétentes des Parties Contractantes, aux fins de la prévention et la recherche de faits punissables pour autant que le droit national de la Partie Contractante ne réserve pas la demande ou son exécution aux autorités judiciaires ou autres autorités publiques.
8. De Verdragsluitende Partijen verbinden zich ertoe dat de bijstand wordt verleend tussen hun politiediensten, met inachtneming van het nationaal recht en binnen de grenzen van hun bevoegdheden, met het oog op de preventie en opsporing van strafbare feiten, op voorwaarde dat het nationaal recht van de verzoekende Verdragsluitende Partij het verzoek of de uitvoering ervan niet voorbehoudt aan de gerechtelijke of andere openbare instanties.