Il ressort des faits de l'affaire soumise au juge a quo que celui-ci est invité par le ministère public à adapter, en application de la disposition en cause, une peine privative de liberté prononcée en Roumanie à la peine que la loi belge prévoit pour les mêmes faits, et ce, après que la chambre des mises en accusation de Gand eut décidé, en vertu de l'article 6, 4°, de la loi du 19 décembre 2003 relative au mandat d'arrêt européen, de refuser l'exécution du mandat européen qui avait été délivré à la suite du jugement roumain précité, en conséquence de quoi l'Etat belge se charge de l'application de la peine.
Uit de feiten van de zaak die hangende is voor de verwijzende rechter, blijkt dat die rechter door het openbaar ministerie wordt verzocht een in Roemenië uitgesproken vrijheidsbenemende straf, met toepassing van de in het geding zijnde bepaling, aan te passen aan de straf waarin de Belgische wet voor dezelfde feiten voorziet, en dit nadat de kamer van inbeschuldigingstelling te Gent had beslist de tenuitvoerlegging van het Europees aanhoudingsbevel dat naar aanleiding van het voormelde Roemeense vonnis werd uitgevaard
igd, te weigeren op grond van artikel 6, 4°, van de wet van 19 december 2003 betreffende het Europees aanhoudingsbevel, te
...[+++]n gevolge waarvan de strafuitvoering wordt overgenomen door de Belgische Staat.