17. est d'avis qu'une norme minimale commune devrait obliger les États membres à garantir que les suspects et les personnes mises en cause se voient remettre, dès qu'ils entrent en contact avec un responsable de l'application de la loi, une "déclaration des droits" écrite, dans une langue qu'ils comprennent, énumérant leurs droits fondamentaux et rédigée de manière facilement compré
hensible, ou qu'ils soient en toute état de cause informés par une personne officielle de l'existence d'une accusation à leur charge; fait observer que cette déclaration n'est pas appelée à remplacer l'obligation de mettre en garde le suspect que toute la déc
...[+++]laration de sa part peut être retenue contre lui, mais doit venir s'y ajouter; estime que cette déclaration, rédigée dans une langue immédiatement compréhensible par la personne mise en cause, doit lui être remise dès qu'elle entre en contact avec un responsable de l'application de la loi, moyennant accusé de réception signé et acte au procès‑verbal; à moins qu'en présence du défenseur elle refuse de signer, renonçant à exercer son droit; est d'avis que cette déclaration n'est pas appelée à remplacer l'obligation d'informer mais à la compléter; ce document sera remis dès que les suspects et les personnes mises en cause pénètrent pour la première fois dans les locaux de la police, moyennant accusé de réception et acte au procès‑verbal; 17. is van mening dat gemeenschappelijke minimumnormen de lidstaten moeten verplichten om verdachten een schriftelijke "verklaring van rechten" in een taal die zij begrijpen met een begrijpelijke opsomming van hun grondrechten ter hand te stellen, of dat dezen er in ieder geval door een ambtsdrager van worden verwittigd dat zij in staat van beschuldiging zijn gesteld; wijst erop dat deze verklaring niet in de plaats mag komen van de plicht om de verdachte erop te wijzen dat elke uitspraak van hem tegen hem gebruikt kan worden, maar een aanvulling daarop is; deze verklaring moet de verdachte ter hand worden gesteld in een taal die hij onmiddell
ijk begrijpt op het moment dat hij v ...[+++]oor het eerst in contact komt met een wetshandhaver, en wel tegen ondertekening van een ontvangstbewijs en met vermelding in het proces-verbaal, tenzij hij in het bijzijn van een raadsman afstand doet van dit recht en weigert te ondertekenen; wijst erop dat deze regel geen vervanging is van maar een aanvulling op de plicht om een verdachte in te lichten en dat de overhandiging door een ontvangstbewijs moet worden bevestigd of in het proces-verbaal moet worden vermeld;