Si, au cours de l'exercice, le contrat de travail des ouvriers(ières) est rompu par une entreprise visée à l'article 1, et s'ils (elles) sont mis(e) au travail par une autre entreprise visée à l'article 1, les périodes de travail dans l
es deux entreprises seront additionnées pour
déterminer le droit acquis à l'indemnité de sécurité d'existence en vertu de l'article 34; celle-ci sera payée par le dernier employeur des intéressé(e)s pour le droit acquis à son service et, le cas éché
ant, pour la partie restante de leur d ...[+++]roit, par leurs employeurs précédents en application des articles 31, 34 et 36, à concurrence du droit acquis.Indien in de loop van het dienstjaar de arbeidsovereenkomst van de arbeid(st)ers wordt verbroken door een onder artikel 1 bedoelde onderneming en deze arbeid(st)ers in een andere onderneming bedoeld in artikel 1 worden tewerkgesteld, zal de duur van de arbeid verricht in beide ondernemingen worden samengeteld voor het bepalen van het krachtens artikel 34 verworven recht op de bestaanszekerheidsvergoeding. Deze wordt betaald door de laatste werkgever van de belanghebbenden voor het in zijn dienst verworven recht en gebeurlijk voor het overige gedeelte van hun recht door hun voorgaande werkgevers bij toepassing van de artikelen 31, 34 en 36 voor zover het verworven recht strekt.