Les articles 53, alinéa 1, 2°, et 60 du Code des droits d'enregistrement, d'hypothèque et de greffe permettent une ingérence limitée de l'administration dans la vie privée de l'acquéreur du bien immeuble, en vue de constater si l'acquéreur utilise effectivement le bien immeuble acquis comme résidence principale.
De artikelen 53, eerste lid, 2°, en 60 van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten maken een beperkte inmenging door de administratie in het privéleven van de verkrijger van het onroerend goed mogelijk teneinde vast te stellen of de verkrijger het verkregen onroerend goed effectief als hoofdverblijf gebruikt.