La loi attaquée crée un cadre légal pour la cohabitation hors mariage, qui s'inspire largement des dispositions légales qui règlent le mariage : formalités d'état civil et inscription au registre de la population (articles 1475 et 1476 du Code civil); protection du logement familial (articles 215, 220, § 1, et 224, § 1, 1, du Code civil); contribution aux charges de la vie commune (article 1477, § 3, du Code civil); obligation solidaire pour toute dette contractée pour les besoins de la vie commune et des enfants éduqués par les cohabitants (article 1477, § 4, du Code civil); présomption d'indivision des biens détenus en commun et des revenus que ceux-ci procurent et présomption de libéralité à l'égard d'autres héritiers réservataires;
...[+++] possibilité pour les cohabitants de régler, par acte notarié, comme ils le jugent à propos, les modalités de la cohabitation légale, sur le plan patrimonial, moyennant quelques restrictions générales qui s'appliquent aussi aux personnes mariées (article 1478 du Code civil); possibilité d'avoir recours au juge de paix, si l'entente entre les cohabitants légaux est sérieusement perturbée, pour prendre les mesures urgentes et provisoires, non seulement pendant la cohabitation légale mais aussi après la cessation de celle-ci (article 1478 du Code civil); assimilation du cohabitant légal à l'époux de la personne incapable pour l'application de l'article 911, alinéa 2, du Code civil.De bestreden wet creëert een wettelijk kader voor het ongehuwd samenwonen, dat in ruime mate wordt geïnspireerd door de wettelijke bepalingen die het huwelijk regelen : formaliteiten bij de burgerlijke stand en inschrijving in de bevolkingsregisters (artikelen 1475 en 1476 van het Burgerlijk Wetboek); bescherming van de gezinswoning (artikelen 215, 220, § 1, en 224, § 1, 1, van het Burgerlijk Wetboek); bijdrage in de lasten van het samenleven (artikel 1477, § 3, van het Burgerlijk Wetboek); hoofdelijke gehoudenheid voor alle schulden aangegaan ten behoeve van het samenleven en van de kinderen die door hen worden opgevoed (artikel 1477, § 4, van het Burgerlijk Wetboek); vermoeden van onverdeeldheid van de goederen in gemeenschappelijk be
...[+++]zit en de inkomsten daaruit verkregen, alsmede een vermoeden van schenking ten aanzien van overige reservataire erfgenamen; mogelijkheid om het wettelijk samenwonen op het patrimoniale vlak naar goeddunken te regelen bij notariële akte, met enkele algemene beperkingen die tevens voor gehuwden gelden (artikel 1478 van het Burgerlijk Wetboek); mogelijkheid van beroep op de vrederechter om dringende en voorlopige maatregelen te nemen indien de verstandhouding ernstig verstoord is, niet alleen gedurende het wettelijk samenwonen maar ook bij de beëindiging ervan (artikel 1478 van het Burgerlijk Wetboek); gelijkschakeling van de wettelijk samenwonende met de echtgenoot van de onbekwame voor de toepassing van artikel 911, tweede lid, van het Burgerlijk Wetboek.