Le mode de rédaction de l'acte de présentation d'un enfant sans vie était réglé par le décret du 4 juillet 1806, dont l'article 1 disposait : « Lorsque le cadavre d'un enfant dont la naissance n'a pas été enregistrée sera présenté à l'officier de l'état civil, cet officier n'exprimera pas qu'un tel enfant est décédé, mais seulement qu'il lui a été présenté sans vie.
Het opstellen van de akte van vertoning van een levenloos kind werd wetelijk geregeld door het decreet van 4 juli 1806, dat in artikel 1 bepaalt : « Wanneer het lijk van een kind, waarvan de geboorte niet ingeschreven werd, aan de ambtenaar van de burgerlijke stand wordt vertoond, dan vermeldt die ambtenaar niet dat het kind overleden is, maar wel dat het hem levenloos vertoond werd.