« Sans préjudice des droits des tiers, lorsque l’acte visé à l’article 93ter est passé, le notaire est tenu, sous réserve de l’application des articles 1639 à 1654 du Code judiciaire, de verser entre les mains du fonctionnaire désigné en vertu de l’article 93ter, au plus tard le huitième jour ouvrable qui suit la passation de l’
acte, les sommes et valeurs qu’il détient en vertu de l’acte pour le compte ou au profit du redevable, à concurrence du montant de la taxe sur la valeur ajoutée et des accessoires qui lui ont été notifiés en exécution de l’article 93ter et dans la mesure où cette taxe et ces accessoires ont donné lieu à une contra
...[+++]inte visée à l’article 85 dont l’exécution n’est pas interrompue par l’action en justice prévue à l’article 89».« Onverminderd de rechten van derden, is de notaris ertoe gehouden, wanneer de in artikel 93ter bedoelde akte verleden is, behoudens toepassing van de artikelen 1639 tot 1654 van het Gerechtelijk Wetboek, de bedragen en waarden die hij krachtens de akte onder zich houdt voor rekening of ten bate van de belastingschuldige, uiterlijk de achtste werkdag die vol
gt op het verlijden van de akte, aan de krachtens artikel 93ter aangewezen ambtenaar te storten tot beloop van het bedrag van de belasting over de toegevoegde waarde en bijbehoren die hem ter uitvoering van artikel 93ter ter kennis werden gebracht en in zoverre deze belasting en bijbe
...[+++]horen aanleiding hebben gegeven tot een dwangbevel als bedoeld in artikel 85 waarvan de tenuitvoerlegging niet werd gestuit door een bij artikel 89 bedoelde vordering in rechte».