Or, comme ou l'exposera plus loin (268), des explications fournies au Conseil d'État par le délégué du gouvernement, il ressort que le juge des référés qui, ayant des doutes sérieux quant à la validité d'un acte législatif, pose, comme le lui impose le projet, une question préjudicielle à la Cour d'arbitrage pourrait néanmoins ordonner une ou des mesures provisoires en attendant que la Cour statue sur la question préjudicielle (269).
Welnu, zoals later zal worden uiteengezet (268), blijkt uit de uitleg die de gemachtigde van de regering verstrekte aan de Raad van State, dat de rechter in kort geding, die ernstige twijfels heeft over de geldigheid van een wetgevende akte, luidens het ontwerp een prejudiciële vraag moet stellen aan het Arbitragehof, maar dat hij niettemin een of verscheidene voorlopige maatregelen mag bevelen, in afwachting van de uitspraak van het Hof over de prejudiciële vraag (269).