Art. 4. Pour l'exercice des délégations visées aux articles précédents, le secrétaire général, le fonctionnaire général dirigeant la Direction générale de l'Infrastructure et le fonctionnaire général dirigeant le Service général du Personnel du Ministère de la Communauté française, peuvent, dans les limites autorisées par le principe général de la non-rétroactivité des actes administratifs, prendre des actes produisant leurs effets à une date antérieure à celle de l'entrée en vigueur du présent arrêté.
Art. 4. Voor de uitoefening van de in de vorige artikelen bedoelde delegaties, kunnen de secretaris-generaal, de ambtenaar-generaal die de leiding heeft van de Algemene Directie Infrastructuur en de ambtenaar-generaal die de leiding heeft van de Algemene Dienst Personeel van het Ministerie van de Franse Gemeenschap, binnen de perken toegelaten in het kader van het beginsel van de niet-terugwerkende kracht van de bestuurshandelingen, handelingen treffen die uitwerking hebben met ingang van een vroegere datum dan die van de inwerkingtreding van dit besluit.