— qui exerce dans la zone frontalière belge une activité salariée dont la durée est limitée à une partie de l'année — au maximum 90 jours par année civile — soit en raison de la nature saisonnière du travail (par exemple, certaines récoltes dans le secteur de l'agriculture ou de l'horticulture), soit parce que le travailleur est recruté à titre de personnel de renfort à certaines époques de l'année (par exemple, la période des fêtes dans le secteur de la confiserie).
— in de Belgische grensstreek een bezoldigde werkzaamheid uitoefent waarvan de duur beperkt is tot een deel van het jaar — ten hoogste 90 dagen per kalenderjaar — hetzij wegens het seizoensgebonden karakter van het werk (bijvoorbeeld sommige oogstperioden in de land- of tuinbouwsector), hetzij omdat de werknemer voor bepaalde perioden van het jaar is aangeworven als aanvullend personeelslid (bijvoorbeeld de eindejaarsperiode in de snoepgoedsector).