(l)«activité économique», une activité temporaire liée aux intérêts économiques de l’employeur, telles que la participation à des réunions de travail internes et externes, la participation à des conférences et séminaires, la négociation d’accords commerciaux, l’accomplissement d’activités de vente ou de marketing, la réalisation d’audits internes ou de clients, la recherche de débouchés, ou le fait d’assister et de participer à des cours de formation.
(l)"bedrijfsactiviteit": een tijdelijke activiteit in verband met de zakelijke belangen van de werkgever, zoals het bijwonen van interne of externe bedrijfsvergaderingen, het bijwonen van conferenties en seminars, het onderhandelen over zakelijke transacties, het verrichten van verkoop- of marketingactiviteiten, het uitvoeren van interne of klantencontroles, het onderzoeken van bedrijfsopportuniteiten, of het bijwonen en krijgen van opleiding.