Art. 2. Le Gouvernement désigne, dans chaque zone levier identifiée par ou en vertu du plan régional de développement, dans chaque zone d'intérêt régional et dans chaque zone d'intérêt régional à aménagement différé identifiées par ou en vertu du plan régional d'affectat
ion du sol qui sont susceptibles d'accueillir du logement, une superficie de 1 000 m au minimum affectée à la constr
uction de logements adaptés aux personnes handicapées et/ou d'au moins une infrastructure d'équipement d'intérêt collectif ou de service public destinée
...[+++] à l'accueil, l'assistance, les soins avec ou sans résidence dans les lieux de personnes affect ées d'un handicap physique ou mental ne leur permettant plus d'assumer les actes de la vie quotidienne sans les services précités.Art. 2. De Regering duidt, in elk hefboomgebied vastgesteld in of krachtens het gewestelijk ontwikkelingsplan, in elk gebied van gewestelijk belang en in elk gebied van gewestelijk belang met uitgestelde aanleg vastgesteld in of krachtens het bodembestemmingsplan die in aanmerking komen voor woongelegenheid, een oppervlakte aan van ten minste 1 000 m bestemd voor de
bouw van woningen aangepast aan gehandicapten en/of ten minste een infrastructuur voor uitrustingen van collectief belang of van openbare dienst voor opvang, bijstand, verzorging met of zonder verblijf van mensen met een lichamelijke of geestelijke handicap die het hen niet
...[+++]mogelijk maakt om hun dagelijkse handelingen te verrichten zonder voornoemde diensten.