Eu ég
ard au fait que les dispositions attaquées, ainsi qu'il a déjà été dit en B.15.1 et B.15.2, ne sont pas
sans justification raisonnable et ne produisent pas d'effets disproportionnés, et compte tenu du large pou
voir d'appréciation dont dispose le législateur pour adapter le statut des militaires aux circonstances changeantes de l'intérêt général, ces dispositions ne portent pas une atteinte disproportionnée aux attentes suscité
...[+++]es chez les officiers concernés par les articles 119 et 247 originaires de la loi du 28 février 2007.
Gelet op het feit dat de bestreden bepalingen, zoals reeds is vermeld in B.15.1 en B.15.2, niet zonder redelijke verantwoording zijn en geen onevenredige gevolgen hebben, en rekening houdend met de ruime beoordelingsbevoegdheid waarover de wetgever beschikt bij het aanpassen van het statuut van de militairen aan de wisselende eisen van het algemeen belang, doen die bepalingen niet op buitensporige wijze afbreuk aan de door de oorspronkelijke artikelen 119 en 247 van de wet van 28 februari 2007 bij de desbetreffende officieren gewekte verwachtingen.