20. recommande, en outre, que l'Union envisage d'accorder, en cas d'urgence humanitaire, un soutien financier aux États qui ne sont pas parties à la convention; réaffirme qu'un tel soutien doit être subordonné à l'existence d'une réelle volonté politique, dans le chef du pays bénéficiaire, d'adhérer à ladite convention;
20. adviseert bovendien de EU te overwegen om financiële steun te verlenen aan de niet bij het verdrag aangesloten landen in geval van humanitaire noodsituaties; herhaalt dat deze steun moet afhangen van de bewezen politieke wil van het ontvangende land om tot toetreding te komen;