Le paragraphe 3 permet aux États membres qui, avant l’entrée en vigueur de la présente directive, ont déjà adopté des mesures afin d’assurer une représentation plus équilibrée des femmes et d
es hommes parmi les administrateurs non exécutifs des sociétés cotées, de suspendre l’application des exigences procédurales en matière de nominations énoncées à l’article 4, paragraphes 1, 3, 4 et 5,
pour autant qu’ils puissent démontrer que les mesures prises présentent une efficacité équivalente pour atteindre l’objectif fixé à l’article 4, par
...[+++]agraphe 1.
Lid 3 biedt lidstaten die vóór de inwerkingtreding van deze richtlijn al maatregelen hebben genomen voor een evenwichtigere vertegenwoordiging van vrouwen en mannen onder niet-uitvoerende bestuurders van beursgenoteerde ondernemingen, de mogelijkheid om de toepassing van de in artikel 4, leden 1, 3, 4 en 5 opgenomen procedurele voorschriften inzake benoemingen op te schorten, mits zij kunnen aantonen dat de genomen maatregelen net zo doeltreffend zijn om de doelstelling van artikel 4, lid 1, te verwezenlijken.