Dans le cadre de cet amendement de base, il renvoie à l'article 90bis existant du Code d'instruction criminelle ainsi qu'à la doctrine [Declercq, juridictions d'instruction, A.P.R. qui adopte la thèse suivante de J. Dhaenens : « quoi qu'il en soit, le texte de la loi ne fait pas de distinction, et le médecin choisi par l'inculpé peut assister à l'examen de l'inculpé ou à celui d'une autre personne » (Traduction)].
In het kader van dit basisamendement verwijst hij naar het bestaande artikel 90bis van het Wetboek van Strafvordering en naar de rechtsleer (Declercq, onderzoeksgerechten, APR deze neemt volgende stelling over van J. Dhaenens : « hoe dan ook, de wettekst maakt geen onderscheid en de door de verdachte gekozen geneesheer mag aanwezig zijn bij het onderzoek van de verdachte of van een ander persoon».