Il stipule par ailleurs, dans un second volet, qu'« afin de répondre davantage à des préoccupations concrètes dans l'intérêt du justiciable et des autorités administratives, le gouvernement, en coopération avec le Conseil d'État, examinera et adoptera des propositions visant à améliorer la procédure devant la section du contentieux administratif du Conseil d'État ».
In een tweede deel bepaalt het overigens het volgende : « Om beter aan de concrete bekommernissen te beantwoorden, zal de regering, in het belang van de rechtzoekende en de bestuurlijke overheden, in samenwerking met de Raad van State, voorstellen die de rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State verbeteren, onderzoeken en goedkeuren ».