M. de Clippele dépose l'amendement nº 3 (voir : do c. Sénat, nº 2-505/2), qui est un sous-amendement à l'amendement nº 1 et vise à compléter l'alinéa 2 du § 2 de l'article 298 nouveau proposé du CIR 1992 par la phrase suivante : « Ces fonctionnaires adresseront un appel par voie recommandée au moins un mois avant le commandement qui sera fait par huissier de justice, sauf si les droits du Trésor sont en péril.
De heer de Clippele dient het amendement nr. 3 in (zie : stuk Senaat, nr. 2-505/3), dat een subamendement is op het amendement nr. 1 en ertoe strekt het tweede lid van de tweede paragraaf van het voorgestelde nieuwe artikel 298 WIB 1992 aan te vullen met de zin : « De ambtenaren moeten een aangetekende herinneringsbrief sturen ten minste één maand voordat de gerechtsdeurwaarder een bevel tot betaling opstelt, behalve indien de rechten van de Schatkist in gevaar zijn.