Lorsque l'enfant n'a pas désigné un autre adulte approprié, ou lorsque l'adulte désigné par l'enfant n'est pas acceptable pour l'autorité compétente, cette dernière, en tenant compte de l'intérêt supérieur de l'enfant, désigne une autre personne et lui fournit les informations concernées.
Indien het kind evenwel geen andere geschikte volwassene heeft aangesteld of indien de door het kind aangestelde volwassene voor de bevoegde autoriteit niet aanvaardbaar is, wijst de bevoegde autoriteit, met inachtneming van de belangen van het kind, een andere persoon aan en verstrekt de informatie aan die persoon.