En effet, lorsqu'ils statueront sur une demande de dossier formulée par un État tiers, les services répressifs d'un État membre ne devront pas seulement examiner le niveau de protection du pays en question, mais vérifier également si chacun des autres États membres (jusqu'à 26) ayant participé à l'établissement du dossier a donné ou non son accord, conformément à sa propre évaluation du caractère adéquat du niveau de protection du pays tiers en question.
De wetshandhavingsinstanties van een lidstaat zullen namelijk bij de beslissing over een verzoek van een derde land om een bepaald misdaaddossier niet alleen moeten nagaan of dat land een passend beschermingsniveau biedt, maar ook rekening moeten houden met het feit of elk van de andere lidstaten (tot 26) die tot het dossier hebben bijgedragen al dan niet hun toestemming hebben gegeven, overeenkomstig zijn eigen beoordeling van de adequaatheid van het betreffende derde land.