Assujettis au sens de l'article 4 de la 6ème directive du Conseil du 17 mai 1977 (77/388/CEE) harmonisant les législations des Etats membres relatives aux tax
es sur le chiffre d'affaires, les avocats peuvent, dans la mesure où leurs prestations étaient exonér
ées avant la date d'entrée en vigueur de cette directive au 1er janvier 1978, ce qui était
le cas en Belgique, bénéficier d'une dérogation inscrite à l'art
...[+++]icle 28, 3, b), de ladite directive, cet article permettant aux Etats membres de continuer à appliquer, pendant une période transitoire, certaines dérogations au régime normal du système commun de taxe sur la valeur ajoutée.
Als belastingplichtigen in de zin van artikel 4 van de 6de richtlijn van de Raad van 17 mei 1977 (77/388/EEG) betreffende de harmonisatie van de wetgevingen van de lidstaten inzake omzetbelasting, kunnen de advokaten, in de mate dat hun diensten vrijgesteld waren voor het in werking treden van deze richtlijn op 1 januari 1978, hetgeen het geval was in België, de afwijking genieten voorzien in artikel 28, 3, b), van deze richtlijn, waarbij de lidstaten gedurende een overgangsperiode in bepaalde gevallen kunnen blijven afwijken van de normale regeling van het gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde.