Dans un septième moyen, les parties requérantes dans l'affaire n° 6136 allèguent la violation des articles 10 et 11 de la Constitution, lus en combinaison avec l'article 5.4 de la Convention européenne des droits de l'homme en ce que les articles 41, § 4, et 46, § 3, de la loi de 2014 sur l'internement restreignent de manière illicite les droits de la défense en limitant à deux jours le délai de comparution devant la chambre de protection sociale.
Als zevende middel wordt door de verzoekende partijen in de zaak nr. 6136 de schending aangevoerd van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 5.4 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, doordat de artikelen 41, § 4, en 46, § 3, van de Interneringswet 2014 de rechten van verdediging op onrechtmatige wijze inperken door de verschijningstermijn voor de kamer voor de bescherming van de maatschappij te beperken tot twee dagen.