Le premier moyen soutient essentiellement que les lois attaquées violent le principe d'égalité et de non-discrimination en ce qu'elles imposeraient de la même manière aux citoyens et aux pouvoirs publics le respect de ce principe, alors qu'il n'existerait aucune justification raisonnable à ce traitement égal (première branche), et en ce qu'elles imposeraient des sanctions plus sévères (deuxième branche) et des restrictions plus importantes (troisième branche) aux citoyens qu'aux pouvoirs publics, alors qu'il n'existerait aucune justification raisonnable pour cette différence de traitement.
Het eerste middel komt in essentie erop neer dat de bestreden wetten het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie zouden schenden doordat zij de naleving van dat beginsel op dezelfde wijze zouden opleggen aan de burgers als aan de overheid, terwijl voor die gelijke behandeling geen redelijke verantwoording zou bestaan (eerste onderdeel), en doordat zij aan de burgers strengere sancties (tweede onderdeel) en zwaardere beperkingen (derde onderdeel) zouden opleggen dan aan de overheid, terwijl voor dat verschil in behandeling geen redelijke verantwoording zou bestaan.