En effet, depuis la date d’ouverture de la procédure formelle d’examen et conformément à sa pratique (122), la Commission considère qu’un agent économique diligent aurait dû tenir compte des doutes exprimés par la Commission à l’égard de la compatibilité de la mesure litigieuse.
In overeenstemming met haar vaste praktijk (122) is de Commissie van oordeel dat een behoedzame ondernemer vanaf de datum van inleiding van de formele onderzoeksprocedure de door haar geuite twijfels ten aanzien van de verenigbaarheid van de kwestieuze maatregel in aanmerking had moeten nemen.