« Par dérogation à l'article 8, § 11, les agents de sécurité visés au présent chapitre peuvent demander à des personnes de présenter ou transmettre des documents d'identité, les contrôler, les copier ou les retenir, dans les cas suivants :
« In afwijking van artikel 8, § 11, kunnen de in dit hoofdstuk bedoelde veiligheidsagenten personen vragen identiteitsdocumenten voor te leggen of te overhandigen, deze controleren, kopiëren of inhouden, in de volgende gevallen :