Le point 4 du Protocole précise, pour autant que de besoin, que lorsque les conditions commerciales ou financières convenues ou imposées entre un courtier ou un agent et une entreprise diffèrent de celles qui seraient convenues entre des personnes indépendantes, ce courtier ou cet agent n'est pas considéré comme un agent jouissant d'un statut indépendant pour l'application de l'article 5, paragraphe 6.
Punt 4 van het Protocol bepaalt voor zover nodig dat, indien de commerciële of financiële voorwaarden die worden overeengekomen of opgelegd tussen een makelaar of een vertegenwoordiger en een onderneming afwijken van die welke zouden worden overeengekomen tussen onafhankelijke personen, die makelaar of die vertegenwoordiger voor de toepassing van artikel 5, paragraaf 6 niet zal beschouwd worden als zijnde een onafhankelijke vertegenwoordiger.