Les personnes physiques qui ont agi au nom ou pour le compte d'une entreprise ou d'une association d'entreprise qui, avec d'autres, a mis en oeuvre une pratique prohibée par l'article IV. 1, peuvent introduire une demande d'immunité des poursuites auprès de l'auditorat en ce qui concerne les infractions visées à l'article IV. 1, § 4.
Natuurlijke personen die handelden in naam of voor rekening van een onderneming of ondernemingsvereniging, die samen met anderen bij een door artikel IV. 1 verboden praktijk betrokken was, kunnen een verzoek tot immuniteit van vervolging indienen bij het auditoraat met betrekking tot de inbreuken bedoeld in artikel IV. 1, § 4.