Par dérogation à l'article 3, il doit être possible de conclure du plan de gestion artistique et financière visé à l'article 5, § 1, 2°, a), du décret, que l'organisation qui a introduit une demande d'agrément se rapportant à la première période d'agrément quadriennale pour laquelle un agrément peut être demandé, répond aux conditions d'agrément formelles énoncées à l'article 5, § 1, 1°, du décret au plus tard à la date fixée au § 1, et qu'elle est également en mesure de répondre aux conditions d'agrément qualitatives énoncées à l'article 5, § 1, 2°, du décret pendant la période pour laquelle l'agrément est demandé.
In afwijking van artikel 3, moet uit het artistiek en financieel beleidsplan, bedoeld in artikel 5, § 1, 2°, a), van het decreet, afgeleid kunnen worden dat de organisatie die een aanvraag tot erkenning indient met betrekking tot de eerste vierjarige erkenningsperiode waarvoor erkenning kan worden aangevraagd, uiterlijk op de datum, bepaald in § 1, voldoet aan de formele erkenningsvoorwaarden, bepaald in artikel 5, § 1, 1°, van het decreet en tevens dat ze in staat is om gedurende de periode waarvoor de erkenning wordt aangevraagd, te voldoen aan de kwalitatieve erkenningsvoorwaarden, bepaald in artikel 5, § 1, 2°, van het decreet.