Art. 4. L'article 3 de la même annexe, modifié par l'arrêté du Gouvernement flamand du 2 avril 2010, est remplacé par ce qui suit : «
Art. 3. Un centre agréé de services de soins
et de logement reçoit 2,2318% en sus du montant fixé par application de l'arrêté ministériel du 6 novembre 2003 fixant le montant et les conditions d'octroi de l'intervention visée à l'article 37, par. 12, de la loi relative à l'assurance obligatoire soins de santé et indemnités coordonnée le 14 juillet 1994, dans les maisons de repos et de soins et dans le
...[+++]s maisons de repos pour personnes âgées, à titre d'indemnité pour les activités d'animation».Art. 4. Artikel 3 van dezelfde bijlage, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 2 april 2010, wordt vervangen door wat volgt :
"Art. 3. Een erkend woonzorgcentrum ontvangt 2,2318 % boven op het bedrag, vastgesteld met toepassing van van het ministerieel besluit van 6 november 2003 tot vaststelling van het bedrag en de voorwaarden voor de toekenning van de tegemoetkoming, bedoeld in artikel 37, par. 12, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, in de rust- en verzorgingstehuizen en in de rustoorden voor bejaarden, als tegemoetkoming voor de
...[+++] animatiewerking".