M. considérant que, le 12 janvier 2014, le conseil national des droits de l'homme a, après avoir rendu visite dans leurs cellules aux militants emprisonnés que sont Alaa Abdel‑Fatah, Ahmed Maher, Mohamed Adel et Ahmed Doum, publié un rapport dénonçant leur conditions de détention; que, selon le rapport, ces militants ne sont pas autorisés à rencontrer leurs avocats ni à voir des membres de leur famille ou à leur téléphoner;
M. overwegende dat de Nationale Mensenrechtenraad op 12 januari 2014 na een bezoek aan opgesloten activisten Alaa Abdel-Fatah, Ahmed Maher, Mohamed Adel en Ahmed Doum in de gevangenis een verslag heeft gepubliceerd waarin hij kritiek uit op de omstandigheden waarin de gevangenen worden vastgehouden; overwegende dat volgens dit verslag de activisten hun advocaten niet hebben mogen ontmoeten en niet met hun familieleden hebben mogen bellen en hen niet hebben mogen ontmoeten;