115. L'article 6 établit l'obligation pour les États parties d'incriminer les trois comportements suivants, lorsque commis intentionnellement et pour en tirer, directement ou indirectement, un avantage financier ou un autre avantage matériel : trafic illicite de migrants; fabrication de documents de voyage ou d'identité frauduleux, ainsi que le fait de procurer, de fournir ou de posséder de tels documents, lorsque ces actes ont été commis afin de permettre le trafic illicite de migrants; aide au séjour illégal en fabricant ou procurant des documents de voyage ou d'identité frauduleux.
115. Overeenkomstig artikel 6 moeten de verdragsstaten de drie volgende gedragingen strafbaar stellen, als zij opzettelijk zijn gepleegd teneinde daaruit rechtstreeks of onrechtstreeks een vermo
gensvoordeel of een ander materieel voordeel te verwerven : de smokkel van migranten; de vervaardiging van vervalste reis- of identiteitsdocumenten en het gegeven die documenten te bezorgen, af te geven of te bezitten, ingeval die handelingen zijn gepleegd om de smokkel van migranten mogelijk te
maken; de hulp bij illegaal verblijf door het v ...[+++]ervaardigen of het bezorgen van vervalste reis- of identiteitsdocumenten.