Le législateur entendait ainsi garantir une plus grande égalité entre les enfants en prévoyant « une allocation familiale garantie pour chaque enfant à charge, en raison même de son existence » (Doc. parl., Sénat, 1969-1979, n° 80, p. 1).
Aldus streefde de wetgever ernaar een grotere gelijkheid tussen kinderen te waarborgen door « in een gewaarborgde kinderbijslag te voorzien voor elk kind ten laste en dit omwille van het bestaan ervan » (Parl. St., Senaat, 1969-1970, nr. 80, p. 1).