Ainsi seraient créées les « super-égalités » hommes-femmes, les (un peu moins) « super-égalités » entre enfants, les égalités « normales » qui relèvent des articles 10 et 11 de la Constitution et, finalement, les égalités « mineures » entre belges et étrangers, consacrées dans l'article 191 de la Constitution.
Zo krijgt men de « super-gelijkheid » mannen-vrouwen, de (iets minder) « super-gelijkheid » van kinderen, de « normale » gelijkheid bedoeld in de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, en ten slotte de « geringere » gelijkheid van Belgen en buitenlanders, vastgelegd in artikel 191 van de Grondwet.